De oprichting van “Groninger Boys”


In de jaren 1919-1920 werd met speciale schepen zand aangevoerd vanaf de Eems. Dit zand werd gespoten tussen eerder aangelegde dijken en op dit opgehoogde land ontstond de Oosterparkbuurt.

De jeugd nam al snel bezit van dit terrein om er te gaan voetballen. Zo werden er al snel wedstrijden georganiseerd tussen allerlei wijkteams.
Op initiatief van de heren J. ter Berge en H. Datema werd een vergadering belegd in “bierhalle” T. Huisman, Cubadwarsstraat, alwaar werd besloten een voetbalclub op te richten.
Gekozen werd aanvankelijk voor de naam “Jupiter”, maar deze naam vond geen genade in de ogen van de heren van de voetbalbond, omdat er al een voetbalclub met die naam in Nederland bestond.
Uiteindelijk werd de naam “Groninger Boys” geaccepteerd. De oprichting vond plaats op 8 augustus 1922.

De bestuurders van het eerste uur waren:

  • H. Zielstra, voorzitter
  • H. Datema, secretaris
  • J. ten Berge, penningmeester
    later aangevuld met de commissarissen: J. Hoekstra en J. Bakker

De club was geboren. Veel leden zouden er hun sportieve, maar ook persoonlijk lief en leed delen.
Of de oprichters zich dit zouden hebben gerealiseerd……….?

De eerste jaren.


Werden de eerste vergaderingen gehouden in de “bierhalle” , al snel bleek dat dit lokaaltje te klein was en ook niet erg representatief. Men vond in cafe Melissen, Veemartkstraat, een nieuw clubhuis.
Een goede keuze, want de eigenaar heeft Groninger Boys altijd een goed hart toegedragen. Hij sprong de berooide kas van de vereniging meermalen bij.
Das was ook nodig, want de vereniging ontstond in een periode van grote werkloosheid.
De gehele wereld verkeerde in een economische malaise.

In 1922 werd aan een competitie begonnen met twee teams. De Groninger voetbalbond had de nieuwe vereniging hoog ingeschat, want ze werd meteen ingedeeld in de eerste klasse.
Niet ten onrechte trouwens, want het eerste elftal werd direct tweede, achter Blauw Geel, en het tweede elftal werd kampioen. Voorwaar een vliegende start. Besturen was in die eerste jaren niet eenvoudig.
Dat bleek ook wel, want jaarlijks wijzigde de samenstelling van het bestuur.

In het seizoen 1923-1924 werden er reeds drie teams in de competitie gebracht. Zowel het tweede als het derde team werden kampioen.
In het seisoen 1924-1925 eindigde het eerste team op de tweede plaats, ondanks dat men van de latere kampioen “A.V.A.”, het latere Actief, tweemaal dik won. Het derde team werd weer kampioen.
Het seizoen 1925-1926 was bijzonder goed, want zowel het eerste als het tweede werden kampioen.
Het eerste team zelfs ongeslagen, terwijl men ook ontslagen afdelingskampioen werd.

Ook in het seizoen 1926-1927 prikte de naam van de Groninger Boys 1 weer bovenaan, alhoewel men als afdelingskampioen Zuidbroek moest laten voorgaan.

Het seizoen 1927-1928 bracht nu eens geen kampioen(en), het eerste team moest genoegen nemen met een tweede plaats achter “Stadskanaal”
Eindstand 3e klasse C:

  • Stadskanaal
  • Groninger Boys
  • GVAV 2
  • Zuidbroek
  • HCC 2
  • Veendam 2
  • WVV 2

Tijdens het seizoen 1928-1929 komen de Boys ijzersterk terug. Het eerste en derde elftal werden kampioen.
Het eerste team moest promotiewedstrijden spelen tegen “Appingedam” en “Achilles”.
Van Appingedam werden beide wedstrijden gewonnen. In Appingedam met 2-5 en thuis met 7-1. “Achilles” trok zich terug.

Groninger Boys promoveerde naar de 2e klasse van de KNVB. Een hoogtepunt in de geschiedenis van de vereniging.

De Groninger Boys promoveerden Zondag j.l. naar de Noordelijke tweede klasse door in den laatsen promotie-wedstrijd Appingedam met 7 – 1 te verslaan
(krant “Het Noorden in Woord en Beeld” verscheen elke vrijdag).